Met veel dank aan Lut Baten om haar prachtige reisverslag met ons te willen delen.
Voor Lut en Dirk, omdat we hen zozeer misten.
Met dank aan Leila en Jan, voor een onvergetelijke reis. Opgedragen aan de vele gastvrije mensen omdat zij ons wel binnenlieten. Sharing minds and hearts
26 maart – 3 april met Leila, Jan, Olga en Laurent, Claude en Lut
3 april – 10 april met Bob, Filip en Marc erbij, samen 9 nieuwe, dikke vrienden.
SOBH BEKHEYR – GOEDE MORGEN, TEHERAN – 27 MAART 2016
Het is 7u. We zijn geland, maar zonder Dirk. Blacklisted, wel met Jan, maar met barst in de elleboog, zonder Lut omwille van breuk in bekken, België achter ons, met deuk in zijn veiligheid. We staan te wachten op een taxi. De bediende in de bank hier op de luchthaven ligt er al van achterover, van de slaap. We hebben elk 25 euro omgewisseld in 1 miljoen rial. En Laurent koopt 5 flesjes fris water voor nog geen dollar. De waterdrager. Om door te spoelen. Als Leila straks bij ons is, dan zijn we met 3 koppels. 3 mensen zijn er niet. We dralen en blijven hopen dat Dirk de politie toch nog kan vermurwen. Hij heeft immers een geldig visum. We mochten nog afscheid nemen.
De lucht is grijs. Er ligt veel zwerfvuil langsheen de brede autoweg op weg naar ons hotel. Heel veel bruine kleuren, aarde, dor gras, verweerde afsluitingen. De lichtreclames staan nog aan. Het is paaszondag.
Het is stil in de taxi. Claude en ik gingen onze Turkse lires uit ’99 omwisselen. 13 miljoen. Wat zijn ze nog waard? Volgens het internet een schat van 400.000 euro, maar in de luchthaven nog geen pint, laat staan lekkere kaviaar. Maar we hebben al 1 miljoen rial. Hoever zouden we daarmee springen? Langsheen de weg zie ik de eerste gouden koepel met 4 ranke torens opduiken, en een aanplakbord van Khomeini, een moskee? Nee, antwoordt Jan, een mausoleum, voor Khomeini, met daarachter de graven van duizenden kinderen uit de Iran-Irak oorlog. Eigenlijk is het een pretpark. Hoe cynisch kan een plek zijn.
Het regende in Golestan, de lusttuin uit de 15e eeuw, het ontvangstlokaal en het schitterende spiegelpaleis, het praalgraf, de pauwentroon, de eetzalen uit de 19e eeuw. In Wedgwood stijl, in het groot dan, waar het Europese gedachtengoed zijn glorie kreeg, maar evengoed schilderijen in tegelwerk dat India bij ons weer in herinnering bracht.
En dan de bazaar, 2 bazaars hebben we bezocht. En de bergen achter Teheran gezien, in de typische gietende bergregen… Niet op naar de kabelbaan, terug de bazaar in. We waren onder de indruk van het mooi opgestapelde fruit, de overvloed aan groenten en de geurende kruiden. En dan al die verschillende noten en olijven. Saffraan in reuzengrote halve amforen, stel je voor!? Je vraagt je af of elk klein stalletje met 3/4 mannen loont. Het wisselkantoor was ook een belevenis. We wisselden miljoenen -115 miljoen elk- en kregen er gratis thee bovenop. Had Claude zijn Turkse schat kunnen omwisselen, dan hadden we met Dirk nog kaviaar kunnen eten.
Hij is al terug op weg naar Brussel. We gaan Qom skippen – ze moeten Dirk maar niet uitwijzen-. Het zo aan den lijve moeten ondervinden dat iemand van je groep uitgesloten en uitgewezen wordt, voelt heel raar aan. Op dit moment kunnen we hier geen enkele krant downloaden. Waarom?
In ons hotel Escan laten we de zowaar alcoholvrije Mojito niet aan ons laten voorbijgaan. Die beker ledigen we met plezier, want zo hebben we nog net genoeg energie om ons voor het eerst tegoed te doen aan de lekkere kebab. En dan bedje in.
Het is Nieuwjaar -Norooz- in Iran. Overal worden we begroet met de 7 ’s’ van Norooz, de wensen voor het nieuwe jaar:
Sabzeh: tarwe en linzen, voor wedergeboorte
Samanu: zoete pudding, voor weelde
Senjed: wilde olijven en fruit, voor liefde
Sier: look, voor medicijnen en gezondheid
Sieb: appel, voor schoonheid
Somāq: gedroogde rode bessen, (voor de kleur) zonsopgang
Serkeh: azijn, voor leeftijd en geduld
Ik wens het aan ons allemaal. Tegengewicht voor de uitwijzing. We hebben het boek van Dirk bij ons. We willen het land en zijn mensen ontdekken.
Ik leer dat Imams erfelijk zijn, zoals andere ziekten?
PAASMAANDAG
‘Ik ga er jullie erfzonde niet nog bijnemen.’ Dixit zoon van Olga, op 7 jaar. Genezen van het katholicisme!
De bergen aan de einder liggen wit te blinken in hun sneeuwtoppen. Hadden we die gisteren maar kunnen zien. Maar ’t was te nat en we werden te moe. Vandaag bezoeken we eerst het nationaal museum waar schatten uit Persepolis tentoon staan. De taximan babbelt er lustig op los, in een verstaanbaar Engels met Brits accent. Hij is 48, heeft ’n zoon-tandarts in London, waar hij 10 jaar gewoond heeft, waar z’n vrouw nog is. Hij zorgt in Iran voor hun huis in Isfahan. En we zouden er gratis mogen verblijven, zegt hij. Maar ondertussen rijdt hij niet naar het juiste adres. Lonely Planet lost de zaak op en Leila staat al te wachten!
Efficiënt als ze is, vraagt ze al meteen naar de interessantste verdieping. We worden verwezen naar die van de Iraanse Otzi. Een man van 1.75m. Hij moet familie van de grote Xerxes geweest zijn. Zijn standbeeld, uitgehouwen in het arduin van Persepolis staat wat verderop. De leeuw hangt te bengelen onder zijn arm. Op een fresco zien we hoe een generaal hem het vuur brengt. Vuur, water, aarde en lucht, de elementen van de Zoroasters, de drijfveren van de mens in de tragedies van Shakespeare, de symbolen van het grote Perzische rijk, dat zich uitstrekte van Lydia en de Ionische zee (Griekenland) tot aan de Kaspische en Perzische zee en tot in India. 400 jaar lang, overmeesterd door Alexander De Grote die de alom beproefde methode om je vijand te verslaan in gang zette: verniel de pracht van zijn cultuur en maak je de rest die je kan dienen, eigen. Hij stierf jong, de krijgsheer. Ik moet die dvd weer eens bekijken.
De Lotus was hun bloem omdat die bloeit uit de donkerte. De profeet Daniël, die van de leeuwenkuil, zat hier ook. Op een ander standbeeld staat in vier talen wat en wie Darius is. En is er een afbeelding van een slang, godin uit Egypte. En er staan hiërogliefen naast spijkerschrift. Zo konden de Duitse onderzoekers in de jaren ’30 de opschriften ontleden. Darius hield rekening met diversiteit. Hij kon er zijn rijk op bouwen. Ik wil in het boek van M. Axworthy over de geschiedenis van Iran deze zaken natrekken. Als ik een beetje tijd kan vinden om te lezen.
En zo zitten we nu op de trein in de woestijn, op weg naar Kashan. De zon schijnt. Het is te warm bij het raam. Ons welkomstcomité voor Norooz draagt witte handschoenen en heeft het rode tapijt uitgerold. In ons coupeetje voor 4 kunnen we de gezandstraalde deur dichttrekken, het raam een beetje opendoen en kan ik eindelijk zonder hoofddoek en in een lekker Marcelleke zitten. Wat een heerlijkheid. Het vrouwelijke gezelschap wordt geprezen om haar vindingrijke en rijke picknick. We nemen meteen de goeie tradities van de Iraniërs over!
We zijn nog niet goed en wel, zonder aperitief- d’r zit stopsel op de fles- aan ons buffet begonnen of de trein stopt al en iedereen stapt uit. Er klinkt luide religieuze muziek voor het gebed in de moskee op het perron. In de woestijn met bergen op de achtergrond zijn barbecueënde nonnetjes wel een speciaal zicht.
Groene valleien doorspekken het landschap dat voorbijschuift. En stel je voor, met wijngaarden. Ondertussen vliegen de flessen naar buiten. Milieubeheer? En we komen aan in de oase van Kashan.
Bovenop de bazaar van Kashan branden de groene lichtjes van de blauwe moskee tegen de grijzende lucht. Witte lijnen van sneeuw tekenen in de verte de bergen van Isfahan af. Daarvandaan komt het echte, lekkere water. Ondergrondse kanalen voeren het drinkwater naar de bronnen en de badhuizen in de stad. Water, vuur en VLAM, net in deze bespiegelingen onder de rook van de waterpijpen door, vliegt het ‘bier’ van Laurent over Claude naar zijn dorstige snakker. Voor ons is thee het aperitief. Ik wou net schrijven dat we op het dak van de bazaar waren en dat de luiken in het gewelf hier de glazen piramides zijn die tussen de met klei toegedekte koepels uitsteken. Hogere torentjes vangen frisse wind. Water, vuur, lucht en aarde.
Het is een mooie, oude bazaar. Hoe later het wordt in dit badhuis, hoe jonger het publiek. Met de hele familie komen ze toe om te lurken aan de waterpijp. Een dappere groep meisjes vraagt of ze ons mogen fotograferen. We doen de tegenzet en zeggen dat ze erbij komen zit-ten, tot groot jolijt van de jonge meisjes en van Laurent die wat dichter schuift. Hij vertelt over Rusland en Georgië en het uitgaansleven. De Georgiërs lijken wel de Cubanen in het Oostblok. Eens navragen of Kazan, waar Jorge zgn. ging werken, in Georgië ligt. ‘Modar bezorg’ De moeder groot ofte oma’s restaurant is vanavond onze plek. Leila had van onze gids gehoord dat dit restaurant opnieuw opende, met een concert en het lekkerste eten van de stad. Dat konden we toch niet uit de weg gaan! En als de Romeinen aan tafel lagen, dan moeten ze wel yoga uitgevonden hebben want onze enigszins stramme leden wilden zich vleien in de zachte tafeltapijten, tot grote hilariteit. De yoghurt drank was hot stuff, dixit Claude, nog in hogere sferen van de waterpijpen in het badhuis blijkbaar. De kebab in granaatappelsaus fingerlinkingly good en de muziek? Het mocht niet. Er kwamen dan maar 2 muzikanten apart op een sitar en gitaar spelen. A night on The town zat er voor de vrouwtjes bijna in toen twee in geel en zwart uitgedoste jonge mannen ons Buona Sera Senoritas wensten…
Terug naar ons Mon Cheri (Manouchehri) hotel. We moesten er nog stilletjes zijn want de kindjes sliepen en ons gelach weergalmde te gemakkelijk op de binnenkoer. Laurent drinkt normaal op dit nachtelijke uur zijn wodka per 300 gr, Claude keek in het glas dat maar niet roder werd en Leila, Olga en Lut hadden binnenpretjes met zuurzoete lekstokken. Tijd om onder de wol te kruipen! De vijver weerspiegelde de kleurige ramen en bogen van het huis. De sterren aan de hemel wensten goedenacht in deze oase in de woestijn. Dirk was thuis. ’t Was middernacht. Lut zal in bedje liggen; ze heeft nog niet gereageerd op mijn eerste verslagje. Slaap lekker lieve vrienden, ver weg.
DINSDAGOCHTEND
Eén zwaluw maakt nog geen lente?
Toch wel! Ik trek de deurraam van onze sprookjeskamer open en zie in de Magritte-hemel een gierzwaluw tuimelen. Het is nog stil. De hemel is blauw. Dit belooft. De ontbijttafel? Onvergetelijk! Jan mag dit op zijn palmares schrijven! Ik bezoek het weefatelier waar met zijden draden pauwen getoverd worden. Ik sta in bewondering voor de kunde, het geduld en de discipline. Reintje had gelijk toen hij met zijn kleine schaartje de ketting van mijn weefgetouw doorknipte. De resultaten daarvan zouden nooit kunnen tippen aan de kunstige weefwerken hier.
En ondertussen is het 18u geworden. Je zou me hier moeten zien zitten. Bij een klaterende fontein, met een lekkere thee, kwetterende vogeltjes, blauwe lucht, rozen langsheen de rechthoekige vijver- met visjes- en heel zachte tinten van klei zowel aan de muren, als met de vele potten. De avondzon verlicht de bogen en de brandglazen hier en daar. Sprookjesland, maar niet voor allen. Het mailtje van Dirk ging me erg ter harte. Hoezeer miste ik vandaag zijn kritisch oog, zijn rustige antwoorden, zijn tuitende lippen over een grappige opmerking.
Vandaag nog klampte een vrouw me aan. Ze was professor ingenieur en vroeg me hoe ze in Europa kon werken. Jonge mensen willen weg. Maar Europa is ook een illusie. Als de mensen horen dat we uit België komen, beginnen ze zich te verontschuldigen voor wat gebeurd is. Wij willen dat niet, zeggen ze ons. Ze zijn bijzonder gastvrij en vriendelijk. Er zijn heel veel mooie mensen. Jammer van dat zwartrokken gedoe. Er zijn er ook velen die zich anders kleden.
Vandaag hebben we met het groepje heel mooie foto’s over Iran gekocht, ten voordele van een kankeronderzoek voor kinderen. We moesten alweer op de foto, met de euro’s erbij. Maar die heb ik weggenomen.
Zacht, aardkleurig is Kashan. Ook de grote moskee, Aga Bozorg. De gids legde uit dat Kashan van “ka-ja-hastan” komt, wat betekent: de stad van stro. De hele stad is een strostad. De ecobouwers komen hier aan hun trekken want de stenen bestaan uit pleister, klei en stro. Toen we vanmiddag de stad uitreden viel me de lemen omwalling op. Alsof ik duizend jaar terug in de tijd stapte. En effectief, net buiten Kashan ligt de oude, lemen dubbele bult die de trapvormige piramide -de ziggurat van Sjalk- overdekt die 7000 jaar geleden begonnen werd, 5000 jaar geleden in twee gesneden werd door de rivier die haar bedding veranderde door een aardbeving en die 500 jaar geleden, met de groeiende rijkdom van zijde, samavars en tapijten, de inwoners een stad liet bouwen. In leem. 200 jaar geleden kwamen de grote koopmanshuizen, in leem, en de grote moskee. Ze geven aan de stad die heel homogene, rustige en zachte tint. Dat de moskee de naam draagt van grote vader lijkt me helemaal in die sfeer te passen. De gids zei ook nog dat het stro opgestapeld werd om de hoge dessins in de hoekige zolderingen aan te brengen. Voor ’t gemak en de veiligheid! Alhoewel! Ik moet hier opletten dat ik de reeks ongevallen niet vervolledig als ik foto’s neem want er zijn overal valkuilen!
We staan allemaal in bewondering voor de eenvoud en schoonheid van het gebouw. In al zijn symmetrie vormen simpele Oxoblokjes, die we ook als kind in de pre-computer tijd tekenden, eindeloze combinaties in beige en blauw. En alles heeft zijn zin: de 6 666 woorden van de Koran staan in nagels van de deur van de moskee, de torens met windramen vervoeren frisse lucht naar de onderste verdieping voor koelte bij de voorraad, een principe dat in de koopmanshuizen ook toegepast wordt. En het ecosysteem herhaalt zich in de recuperatie van water van huis naar huis. Het rijkste huis ligt uiteraard buiten de stad, de Fin-tuinen. Het is een lusttuin. Tegen de zoldering van een van de fonteinen staat nu eindelijk eens een bloot vrouwmens want het gaat hier over de betovering van de liefde. Ik had net aan Leila gevraagd wat haar naam betekende. In de Arabische versie, nacht, maar in Farsi, onmogelijke liefde. Ook van alle tijden.
Enkel de geometrische tekeningen weerspiegelden in het heldere blauwe water uit de bergen. Met een gemiddelde druk van 12, lieten fonteinen, kanalen en kraantjes het heldere water stromen tot jolijt van menig kleintje dat er met de voetjes doorliep en enkele grotere Vlamingen die zich konden laven aan dit lekkere vocht, bij blijvend gebrek aan het steviger brouwsel back home.
Adieu Kashan, stad waar volgens de legende de Driekoningen vandaan reisden, de sterren in de woestijn achterna.
WOENSDAG
Life is the whistling of a train ringing in the sleep of a bridge (Sohrab Sepehri)
Maar we rijden vandaag met een busje naar Yazd, de oude woestijnstad aan de Zijderoute waar we zoals Sinterklaas over de daken kunnen lopen.
De weg is lang en traag, over behoorlijk goede autowegen. De chauffeur mag slechts 80 km per uur doen. Hij wordt om het uur gecontroleerd. Hij moet zijn USB stick inbrengen in een controlepost. We bezoeken een oude zoroasterstad Abyaneh waar alle nieuwjaarsvierders blijkbaar ook toegekomen zijn. Het Brugge van Iran. Mooi. De lust bekruipt ons om de bergen in te trekken en meer van die geheimen te ontfutselen als de ingeslapen vuurtoren van de Zoroasters met hun God van Goed Mazda (ons MX5je) en de deurtjes in de bergflanken (met de God van Kwaad?). Maar we moeten verder. Langsheen de plek met de nucleaire fabriek waarover zoveel te doen geweest is. De tanks met afweergeschut staan strategisch opgesteld. Dit is het beeld: een sneeuwwitte vredige bergtop op de achtergrond, een tank op een heuveltop ervoor, als wachter, breed rondom, woestijn. Waar zijn de Driekoningen die het kind zoeken dat hen de weg wees?
We picknicken rijkelijk langsheen een klaterend beekje, als goeie Iraniërs denken we, maar de gids en de chauffeur zetten een enigszins bedenkelijk gezicht op. En ik ga als goeie Vlaamse even in de bushes voor we vertrekken. Heeft er iemand Lut gezien? Misschien verraadt de mocking bird me. We dutten in want de weg gaat traag en de schuivende rij auto’s langer naarmate we in het donker Yazd naderen. Grote stad in de woestijn. Allen op pad. Het is moederdag. Winkels open tot 22 u. Groen wit rood neonlicht deint op ranke palen op en neer, voorbij de kerstlichtjesmoskee, op de Champs Elysees van Yazd. In een uitstalraam staat een hellende Peugeot te blinken naast goudomrande empirestoelen. En ik ontwaar aan de rotonde de Apple store. Dit is de moderne stad, met al 7 000 jaar op de teller. We stoppen na onze eerste opstopping aan de Moshir Gardens, ons hotel. Het is nog nieuwjaar. Er zijn veel Iraniërs in het hotel met zijn grote tuin. Als ik ‘s ochtends mijn ogen opentrek, bestudeer ik al meteen het kunstige stenen gewelf van de hoge zoldering. Leila heeft ons ook privé ondergedompeld in de pracht van haar land.
DONDERDAG
Waterdrager, draag het koele water van imam Hoessein
Omdat Zoroasters al 1 000 jaar geleden hun koppen bij elkaar gestoken hadden om het koele water uit de diepte van het gebergte in ondergrondse kanalen te leiden -Qanat- kon deze levensader een oase tot bloeiende woestijnstad op de zijderoute laten uitgroeien. De hoogste schouw die de koele wind vangt en naar de onderste vertrekken van het huis kanaliseert is 33m hoog. Die koelt huis en water. Aan het eind van het kanaal staat een koepel en daar wordt ijs gemaakt.
Onze verplichte gids heeft iets met zijn kanalen. In elk huis, straat of moskee zijn er. Hij past de methodiek van herhaling en parafrase in zijn Frans, Engels en Farsi toe en laat er een tekeningetje van maken door een ‘professional’ dat Jan vliegensvlug ontfutselt omdat dat de sleutel tot de na-Umberto Eco periode in de wirwar van straatjes en daken en kanalen van het oude Yazd is. Water. Er wordt oorlog voor gevoerd. Hier maakt men er onder de koepels ijs mee. Hier zit men errond in de diepte van de kelder met vrienden en familie en de waterpijp (Ghalyan) of slaapt men erboven, op het houten terrasje, onder de woestijnster-ren. En de islam maakt het, naar goede monotheïstische traditie, tot martelaarschap. Op feesten wordt er in de moskee frisdrank uitgedeeld en in elke moskee hier zijn kraantjes met fris water. De heilige zoon van de 2e imam, de sjiiet, werd verdorst door zijn vijanden. Hij geeft z’n volgelingen van dat water, maar de kanaaltjes lopen wel eerst onder de rijke huizen door.
De ‘vrijdagmoskee’ in Yazd weerspiegelt de eb en vloed van culturen hier. De Zoroasters bouwden eerst een vuurtempel met een hammam als entree. Niet slecht gezien. De palen getuigen er hier nog van. In de 7de (Gregoriaanse) eeuw kreeg de tempel een facelift tot moskee omdat de Perzen overwonnen werden door Arabieren. Koran inscripties deden hun intrede bovenop het schrift van de Zoroasters (Pahlavi alfabet). In de 15e groeide de tempel omdat Mongolen naar de hemel wilden reiken. En hier staat hij dan, de hoogste moskee van Iran, met een variatie aan mozaïek, emailtegels en geglazuurde bakstenen. Even later legde een pottenbakster ons uit hoe die geglazuurde mozaïekjes in geometrische vorm geduldig samengesteld werden. De 17e eeuw was ook hier het hoogtepunt in bouwkunst, hoewel de rijke huizen hier niet de uitstraling van die van Kashan hebben. De Moren bouwden Muren met zongedroogde stenen rond de stad en lieten de Zoroasters hun lijken buiten, bovenop de torens der stilte leggen, opdat de gieren hun werk konden doen. De torens der stilte tronen nu nog uit boven de uitdijende stad, in alle stilte, boven op de kanalen. Van de Zoroasters zijn er nog slechts enkele duizenden.
Die leer van de Zoroasters ligt aan de grondslag van religie en bestuur, fijn uitgelegd door Axworthy in zijn boek over Iran. Ook de Zoroasters baden 5x per dag, in de richting van het licht (zon, maan … ). Ook zij hadden een verlichte profeet die de uitleg en de richtlijnen bracht. Hij was de eerste om zin te zoeken en het in een boek neer te pennen. Het dualisme tussen goed en kwaad vindt hier zijn oorsprong. Mensen probeerden een reden te vinden en vonden hun goede Mazda god en de kwade Andere. Net als Jules die me vraagt waarom Gustje, onze hond, dood moest gaan en waarom hij in de aarde moet liggen. ‘Dan komt dat in zijn mondje’. Geen doden in de aarde dus. De mens heeft vleugels en zweeft tussen hemel en aarde, als een vogel, in vriendschap. Met zijn handen in een houding van respect. ‘ Knowledge is good action, talking and thinking’. Een goeie ethiek. En dan mag je wel dansen, zoals de derwisj en als vrouw naar stoere blote mannenlijven kijken in de Zurkhane, de training, wat we ook doen! In ‘Achter de sluier’ lees ik over de Islam die de instelling heeft dat instincten op zich goed zijn en het individu die mag laten uitleven binnen de maatschappelijke voorschriften. Geen persoonlijke verantwoordelijkheid. Als de regeltjes zeggen dat je in het publiek niet mag dansen omdat de zinnen dan niet gecontroleerd kunnen worden, dan is dansen strafbaar. De wet dicteert. Maar niet in de zurkhane.
We dalen af naar een ruimte met in het midden een soort ‘pitjesbak’ . Daarin staan stoere mannen van alle leeftijden en een kind, allen in kniebroek en T-shirt. Tegen de wand hangen de ster-body-builders. Op een verhoog, met luidspreker zit een zwaar besnorde zanger met grote trom. Hij dreunt in Oud-Perzische religieuze gezangen heel ritmisch de groep in gang. De oudste man vraagt toestemming aan zijn mededansers. Die opwarming, met o.a. pompen, duurt zeker 10 min en ze pompen meer dan 50 keer. Dan al beginnen ze te springen en met speciale derwisj pas te draaien. Ze zijn in zelfde kadans en spelen in op elkaar, op de zanger en op het publiek, zonder elkaar te overtroeven. Elk komt in zoals het hem past, zoals hij het kan. Ook de dikkere en de dunnere mag meedoen, hoewel de beste met nr 13!, het meest lof krijgt. En dan begint het eigenlijke werk.
Het kegelwerpen vraagt behendigheid en kracht, op ritme van de trom. Met 2, 3 en 4 kegels hoog in de lucht, draaiend. Dan maken ze samen alles los door 2 kegels te draaien en dan gaan ze in een soort trance en dansen en draaien en voelen hun vleugels, Free Like a bird.
Na een uurtje hebben we wel wat koele en frisse lucht nodig! Tijd om de kebab op te zoeken, met een pint zonder schuim, in een café zonder bier!
Ik hoop dat ik ‘Nasta’ligh’, de Iraanse kalligrafie nog wat beter kan zien. Er zijn 7 stijlen die je kan vinden op de moskeeën in Iran, o.a. Farvahar. Hun sjiitische religie en dus eigen identiteit reflecteert in dit kunstzinnige vereren van het woord. Ook in de poëzie. Die moet ik ook nog vinden.
VRIJDAG 1 APRIL – DE 13E DAG VAN NOROOZ – NATUURDAG
Sneeuw op de toppen in de zon. Pamuk, Sneeuw
Laurent opent aprilvisdag. In zijn bedrijf heeft men een medewerker wijsgemaakt dat hij met de auto naar Moskou moet, omwille van alle vliegproblemen en de extra kost. De pechvogel heeft al naar hem gebeld tot groot plezier van Laurent die het spelletje natuurlijk meespeelt. Nog meer plezier want aan tafel weet Jan te zeggen dat Bob met de 2 andere reisgezellen mee kan komen. We slaan proviand in en gaan op weg.
Op de brommer met z’n 4, in het bakkie van de pick-up met z’n 10, zonder het vuur van de Zoroasters maar met evenveel gedrevenheid, is het vandaag picknickdag. En we dragen ons steentje bij. We gaan naar Kharanaq. Het is zoals Bam, wat door een aardbeving verwoest werd. Claude had BBQ roosters gezien, de chauffeur de kooltjes, Leila de kippenborstjes en vleugeltjes waartussen Laurent zijn ‘bier’ koel kon houden en Olga vulde de zak met de pistachenootjes. En Jan zag dat het voldoende was om zijn karavaan te spijzen. Hoffelijk als de mannen hier zijn mocht ik niet voor waterdrager fungeren. Het is het kostbare goed in dit dorre woestijnlandschap. Geen sprietje onkruid. Hoe zou de hof er thuis in deze zonnige lentedagen uitzien? Ik zal kunnen krabben als ik terug ben. Gisteren vroeg ik aan 3 meisjes, met wie ik op de foto moest, wat ik in Yazd echt niet mocht missen. Ze verwezen me naar een tuin! Groen! Daarom draag ik vandaag ook groen. Dag van de natuur, in de woestijn.
Op deze 13e dag geven de Iraniërs de bloemen en de groene planten die ze op hun tafel gezet hebben voor nieuwjaar (als één van de 7 symbolen), terug aan de natuur: granaatappel als afrodisiaca, appel als schoonheid, roos als liefde. Deze dag is ook een millenniumoude smeekbede aan Mazda voor regen. In de moslimtraditie werd het overgenomen, hoewel 13 voor hen een ongeluksgetal is.
Dus iedereen naar buiten. Als het tafelkleed blauw is met een pauwenmotief, dan wordt heel expliciet aan de hemel gerefereerd. Kleuren hebben hier veel belang. Er zijn heel veel brandglazen, oude zowel als nieuwe, uiteraard in geometrische figuren en rozassen. Die representeren de zon. De stukjes zijn gevuld in allerlei kleuren, waaronder paars om insecten te verdrijven, omwille van de symbolische waarde.
Er wordt geen rood gedragen omdat dat staat voor bloed en martelaar en oorlog, net als in de Afrika culturen. Ook geel is negatief want het staat voor tristesse. Wit, rood en groen zijn de Iraanse kleuren. Groen is de kleur van de familie van de profeet Mohamed. Maar waarom de vrouwen dan in het zwart gehuld moeten zijn snap ik niet als zwart voor ‘dood’ staat, tenzij het natuurlijk bedoeld is om met afkeer naar vrouwen te kijken terwijl de imams in het wit lopen, de kleur van de vrede. Dat hebben ze dan alweer van de Zoroasters ontleend. Mengeling. Vermenging.
Ik bekeek de vrouwenblaadjes in de winkel. Heel veel kookrecepten, nauwelijks foto’s en heel veel tekst. De voorpagina is wel rozig of groenig. En het gaat van achter naar voren. De Zweedse puzzels zijn gescheiden: een voor mannen en een ander voor vrouwen. Gender related corpus linguïstiek in Zweedse puzzels zou een goed onderwerp voor een thesis zijn.
En we worden als koningen en koninginnen ontvangen in de karavaankraal (kharvan serai) van Kharanaq. Er is een vrouwtje van 110 jaar jarig. We zingen samen van Happy Birthday in Farsi, Engels, Nederlands en Russisch tot groot jolijt van de kleintjes en de groten. Ook de mannen en de vrouwen zingen mee. En iedereen op de foto! Het hele gevolg ook mee bij het bezoek aan het immense fort en hammam. We hadden beter niets gekocht voor de BBQ want iedereen komt ons uitnodigen op de hunne. Leila is de ster van het dorp. Iedereen roept haar bij haar naam. Ze heeft een steen gekregen met daarop ‘Doece taram’ ik hou van jou!
En is het aperitieftijd! Ik wens mijn geliefde (Azizam) Be salamati (gezondheid) en straks Noosh-e-djan, Smakelijk. En dat het smakelijk is! Onze mannen staan als CEOs te kijk want de lokale mannen brengen stronken vuur. Zij bereiden onze vleugeltjes en billetjes in een zalig kruid met zure besjes. En de mensen houden verder fotoshoot. De kindjes zijn zo mooi. Ze vol-gen ons lachend en spelend in de kanaaltjes tot voor het aquaduct en laten ons dan de bergen in trekken. We wandelen op 1800m. De oude dijkgraaf spurt naar zijn kanaaltjes waarmee hij zijn akkers bevloeit . Het zijn zo’n mooie maar vooral gastvrije en lieve mensen. Er komen zowaar regenwolken opzetten als we vertrekken. Deze hartverwarmende topdag eindigt als een echte geluksdag. Het regent in de bergen! Bedankt Dirk voor deze tip. In the end, only kindness matters en dat is wat jij en deze mensen weten. We rijden behouden terug naar Yazd, en maken voor ’t eerst een zandstorm mee.
ZATERDAG 2 APRIL,
Eerste schooldag! Naar Esfahan
Op weg maken we enkele tussenstops door de steenwoestijn, met de hel verlichte bergen op de achtergrond. Emptiness. Zo ontvouwt zich dus het land van melk en honing: in de eindeloze leegte van de woestijn staan plots drie omwallingen en daartussen ligt de tuin. Kanaaltjes voeren het water naar en weg van het bassin, omzichtig in het kleine, helgroene haverveld en naar de dieren. Visjes zwemmen, vlinders fladderen, vogeltjes drinken, struiken bloeien, heel plots, heel beperkt, en dan is er weer niets. Tenminste, als je de jakhals aan de rand niet hebt gezien. Deze karavanserai levert ons de eerste foto van kamelen op, zelfs een pasgeboren beestje, dat jammer genoeg niet kan staan. De kameel-hoeder gaat het voeren met een spuitje moedermelk. We plassen achter de hoek van een stal en ontwaren een kudde geiten. Daarom lagen die grote autobanden rond de centrale kraal. De bok en zijn groen blaadje, zelfs in de woestijn.
Naar Naein nu, de andere tussenstop met de oudste moskee van Iran, met kasteel, ijskoepel en molen en het fijnste katoen dat de mullahs gebruiken voor hun kazuifel. Er is ook een museum. Eigenlijk is het dorpje ingeslapen in de ruïnes van het museum. We ontmoeten de lokale etnograaf die ons toont hoe ingenieus mensen met water omgingen. Opnieuw is de vuurtempel van de Zoroasters moskee geworden, al in de 8e eeuw. Fundamenten zijn er niet want de kelder met de watervoorziening is uitgehouwen uit de rotsige ondergrond. Het was een vertakt ondergronds systeem van loopgangen met kanalen, met een ervan zelfs bedoeld om te kunnen vissen, er zorgvuldig zorg voor dragend dat drinkwater, spoel- en afvalwater gescheiden bleven. De etnograaf leidt ons naar zijn medidatieplekje waar hij verzen in het oud-Perzisch declameert die verhalen van verleidelijk lieflijke schonen onder de granaatappelboom aan het water.
Van het water van de vuurtempel, naar het water van de moskee, is sprekend voor de overname door religie van de samenleving: van behoud naar verdediging, maar dan op desacraliseerde manier, niet meer van water maar van de structuur zelf, in de opgelegde rituelen en in de hele organisatie van de samenleving. Ik zie de relaties hier duidelijk maar ook het contrast met het Westen. Ik lees het in een foldertje: Iran verdedigt religie, bestuur, economie. ‘Verdedigt’ . De vier machten zijn inderdaad die drie maar met het militaire als vierde. Het is bij ons hetzelfde maar vervang nu ‘religie’ door ‘veiligheid’ .
Die oudste moskee heeft geen minaret omdat hij naast een fort staat, dat hoog uitsteekt. Daar zijn stompe torens, net als bij ons aan zee. Het vuur van de Zoroasters werd o.a. aangestoken op die hoge torens om de karavaan ’s nachts te leiden. Later nam de minaret van de moskee die functie over. Daarom zijn minaretten zo hoog, en heten ze ook minar (vuur)et.
Terwijl Leila en ik in de bus enkele puntjes op de i in het verslagje zetten, dwalen onze gedachten weer naar ons onthaal in Kharanaq gisteren. Toen ik de man in het wit gisteren vroeg waarom hij zo mooi in het wit was antwoordde hij dat hij het deed omdat hij het ook mooi vond. Hij keek indringend en lachte lichtjes. Hij zei niets verkeerds maar wie meer weet, begrijpt. Het was het natuurfeest. Wit is de kleur van de Zoroasters, nu een gedulde religie maar de meeste mensen zijn wel eind jaren ‘ 70 vertrokken. De drie kleine meisjes die de steen aan Leila gaven, schikten haar sjaal en maanden haar aan voorzichtig te zijn. 9 jaar waren ze en ze staan al op de uitkijk. Ze moeten al omzichtig zijn. Een man had hen eerder de week nog aangesproken op hun hoofddoek terwijl ze aan het spelen waren. Is het daarom dat de vrouwen gisteren zo per se met mij op hun cell phone wilden staan? Om te laten zien dat hun rolmodel niet dat van de zwarte chador is? In mijn onbestaand Farsi van sobh bekheir en khodafez (tot ziens) en merci, kunnen we niet veel uitgewisseld krijgen maar als een jong meisje voor mij haar chador opent en ik spontaan uitroep hoe mooi ik haar uitbundig, prettig jurkje vind, dan staat ze te glunderen. Haar moeder blies ‘hot’ tegen haar hoofddoek en dat straalde geen enthousiasme uit. We kennen de verhaaltjes van de moeder die haar dochter een sluier laat dragen omdat de sultan zomaar mooie meisjes kan meegraaien voor zijn harem. Het was maar al te waar. De kruisvaarders zijn de kuisheidsgordel hier ook tot hun eigen frustratie tegengekomen. Het was de vader van de sjah die de toenmalig kleurrijke chador verboden had. Is het daarom dat de mullahs met de revolutie van ’79 zo handig die zwarte chador konden opleggen en absurde scheiding verplichten?
Hoe spontaan konden we in dat woestijndorp niet met vreemde mannen en vrouwen door mekaar op die vele foto’s staan en samen voor het afscheid nog soep slurpen? Leila verklaart me dat de derde revolutie met de verkiezing van 8 jaar geleden door het versterkte regime geüsurpeerd kon worden omdat de door het volk verkozen leiders huisarrest kregen. Het is de hoogste macht die wettelijk de uitvoerende leiders benoemt. Het volk kan slechts voordragen. De kleine groep houdt zichzelf in stand en verplicht, en brainwashte de grote massa, vanaf de basisschool, vanaf meisjes van 9 jaar. En de mensen, ook al betreuren ze de wankele economische toestand inflatie van 2000 %) werken beneden hun diploma, komen nauwelijks rond. Ze nemen een pragmatisch standpunt in: nee, geen Syrië hier. We hebben al genoeg oorlog gehad. De cirkelbeweging is bijgevolg rond: er hangen overal posters van jonge mensen die martelaars zijn van oorlogen in de jaren ’80 en ’90. Big brother neemt dit verdriet zeer hypocriet ter harte en schuift de schuld in andermans schoenen. En de oude dijkgraaf, hij nam zijn schulp en kuiste ze af. We zullen morgen wel zien. De mensen zoeken de bescherming binnen de eigen familie, met het eigen kleine bedrijfje, achter gesloten deuren. If you are warm and happy in a pile of shit, just keep your mouth shut, kraste de kraai. En toch zie ik de jonge meisjes middeltjes uitproberen om die hoofddoek zo ver mogelijk naar achter op het hoofd vast te maken. Dappere meiden! Het zijn hun iets oudere kompanen die al wat beter Engels spreken, die mij vragen komen stellen. En met plezier geef ik hen internetadressen door waar ze informatie kunnen vinden. Ik ben een beetje fier op de EU met de Socrates, Comenius en LLL programma’s. Access to a shared world? Maar het water van de Bosporus wordt nu wel heel diep.
We komen aan in Bekhradi ’s, een koopmanshuis uit de Safavidentijd, heel zorgvuldig in zijn glorie hersteld door de eigenaar-architect. De drie koppels adopteren elk een mannetje in hun ‘vleugel’ aan de geurende binnentuin, grenzend aan de iwan, zoals bij de moskees, een groot terras onder een boog. De rozen bloeien, de jasmijnen geuren, de lentebloeiers kleuren uitbundig de tuin. In al die pracht baden de vogels ‘s ochtends op hun gemak omdat Bob hen in zijn rust van tai chi toch niet stoort. Filip ook niet. Hij slaapt zijn klokje rond. Oase in de stad. We hoeven ons benen maar onder tafel te schuiven om te genieten van de lekkere kost van onze gastvrouw, in de stemmige eetkamer, met etalagekasten en muurschilderingen. We voelen ons weer een beetje edelman en edelvrouw op reis in Perzië.
ZONDAG 3 APRIL
Iran zonder masker? Isfahan
Stad van de boogschutter, de ruiter en de sultan. Op het tweede grootste plein ter wereld (560 op 160 meter) speelde men polo, staat nog altijd de mooiste moskee van heel Iran die weliswaar ook de sterkste politieke rol speelde. Hier vestigde sultan Abyssa de hoofdstad van het bloeiendste tijdperk van Iran.
Hoe mooi kun je ’t schrijven? Hoe mooi kun je ‘t zeggen? Hoe waar kun je ‘t zeggen? Dat loopt hier op de muren parallel met ‘hoe mooi kun je ‘t bouwen, hoe mooi kun je ’t versieren en – voor de gebruikers van woord en steen wordt het: hoe mooie sier kun je maken? Het hof en de sultan en nazaten maakten het inderdaad al te bont.
De Safaviden waren nochtans bij die Zoroasters in de leer gegaan. Hun macht etaleerden ze van 1577 tot 1624, heel duidelijk door het paleis van de sultan (politiek) en de moskee naast elkaar te zetten op het grote plein en door die opgezette organisatie werd geloof en staat voorgoed in elkaar verweven. Nadien is het aan Zand en wordt Shiraz de hoofdstad. Ik loop vooruit. Dat is voor donderdag. Vandaag doen we de Esfahan, de groene parel! Ik vond vandaag een pop-up boek voor de kleintjes over Ali Baba en de 40 rovers. Omwille van de bevordering van leesstrategieën moet je eerst enkele vragen stellen aan je publiek, bij gebrek aan prentjes. Daarom eerst deze kleine kwis:
A. Waarom staat er een hand bovenop de koepel van een moskee?
B. Waar komen de spiegels in Iran in de 17e E vandaan?
C. Wat is het verband tussen een leeuw en een kraan?
D. 8 is een goed getal. Waarom? Wat betekent 40?
E. Hoe kort kan een huwelijk in de Islam zijn?
F. Zijn de Iranezen even beleefd als de West-Vlamingen?
G. Hoe werden ambachtslui betaald voor hun werk aan de moskee?
Zoals in alle goeie kwisjes staat het antwoord onderaan. Onze gids vandaag was veruit de meest onderlegde die bovendien vlot Engels sprak. Het zijn niet enkel de weetjes en de verhaaltjes die het interessant maakten om naar hem te luisteren. Hij hield ervan ons mee te tronen in de schoonheid van de architectuur, de rijkdom van de ambachten, de strategieën en intriges van de hofhoudingen, wereldlijk en kerkelijk.
Isfahan, of Esfahan (je ziet het hier zo allebei geschreven want je schrijft ook in het Perzisch geen klinkers) doet haar faam eer aan. Zelfs het geheugen van ons fototoestel liep over, met alle info die we vandaag te verwerken kregen.
Onze dag was uitstekend begonnen. Filip, Marc en Bob zijn behouden en op tijd toegekomen. De lucht was blauw, de rozen geurden en bij het ontbijt konden we met de eigenaar-architect van dit prachtig gerestaureerde pand al een opwarmingetje krijgen van de pracht die op ons lag te wachten. Onze goeie gids indachtig zal ik maar eerst de antwoorden geven met wat feedback erbij. Hoeveel punten had je?
A. Omdat het sjiieten zijn. Dus veelal Iraans. Dat handje refereert misschien ook aan de burgemeester van Antwerpen?
B. Uit België. En omdat er zoveel gebroken waren hebben ze van de nood een deugd gemaakt en de stervormige gebroken spiegeltechniek uitgevonden (met kleine sterren in/uit ‘scherven mozaïek’ )
C. Er komt uit allebei water. Er is 1 woord voor in het Perzisch: sjier. Een leeuw is dapper en krachtig. Het water ook.
D. De paradijs is een tuin en die heeft 8 niveaus. 40 is gewoon veel 40 rovers betekent ‘zeer veel’ rovers en er kunnen er nog bijkomen.
E. 3 maanden. Om te weten wie evt. de mogelijke vader is. Op die manier wordt prostitutie omzeild. Man en vrouw mogen tijdelijk trouwen en seks hebben. Maar de vrouw moet 3 maand wachten voor ze een contract met iemand anders sluit. Volkomen wettelijk, maar sociaal niet evident.
F. Ja. Het heet ’taarof’. Als iemand je iets aanbiedt, zeg je 3 keer nee en dan pas neem je t aan. Ook als je iets koopt en je vraagt wat het moet kosten krijg je eerst als antwoord dat het niets is. En dan vraag je t nog eens en dan krijg je de prijs. Ik kocht vandaag 3 boeken en kreeg een korting omdat het de eerste keer was.
G. Elke werkman zette zijn paraafje op het stukwerk. Zo simpel. Maar dit betekende ook dat de architect zijn naam onderaan het bouwwerk schreef en we duidelijk weten wie dat was. En hij was niet van gisteren want hij wist dat de funderingen moesten aantrekken vooraleer hij het immense bouwwerk neerpootte. En hij moest plannen maken en dus verdween hij voor 5 jaar. De sultan, voor wie gold dat wat hij vannacht droomde gisteren al af moest zijn, zelfs in dit pre-computer tijdperk, was in alle staten. Toen de wijze man na 5 jaar zijn opwachting maakte, gaf hij dat ook als antwoord aan zijn opdrachtgever die in ’t zand beet en hem rustig verder de opdracht liet uitvoeren, waarvan hij ’t einde niet mogen aanschouwen heeft. ’t Was trouwens een wantrouwende baas. Hij liet zijn eigen zoon vermoorden en van 2 de ogen uitsteken opdat ze hem niet konden opvolgen. Tja. Maar boontje komt om zijn loontje. Trouwens, net als deze regering, liet hij door wanbestuur en sancties een failliet rijk achter, waar investeringen uitbleven. Deze kliek zoekt het dan maar in toerisme. Als de geldwissel maar goedkomt…
’t Was ook deze architect die met opzet, in tegenstelling tot die van andere moskeeën, het gebouw niet symmetrisch maakte om te tonen dat wat de mens maakt niet perfect is, enkel God. Hij had maar naar zijn sultan en zijn concubines te kijken voor wie hij een aparte moskee moest bouwen. De koepel daarvan is onvoorstelbaar mooi: met pauwenogen die lijken te bewegen!
De 1000 jaar bouwkunst had ten tijde van deze Michelangelo van Perzië zowaar zijn hoogtepunt bereikt!
De opvolgers van de sultan profiteerden nog een beetje lustiger en trokken er met hun harem op uit naar andere lusttuinen en jachtvelden. Ik zou ze echt wel eens in volle glorie willen zien, deze achthoekige kamers van het achthoekig paradijs vol tapijten en kussens en gordijnen en stukwerk, en goud en brandglazen met muziek en licht en vuur en geuren en smaken en kleren en stoffen en goud en zilver en schalen en glazen en spiegels, enz… Het zullen de foto’s moeten zijn die boekdelen spreken.
MAANDAG EN DINSDAG 4 EN 5 APRIL
Doorkijk ja of nee?
De karvan serai liep vol. De dorstige kamelen trappelden ongeduldig voor de grote houten poort. Ze wilden hun kelim zakken kwijt die zwaar op hun ruggen hingen. Ze brachten stenen lapus lazuli om zijden draden blauw te kleuren. Isfahan, de blauwe stad, waar ze even konden rusten terwijl de drijvers in de gangen van de bazaar mekaar tegen het lijf gingen lopen. De vijver in het midden lonkte. Ze hadden over de brug met 21 sluizen gelopen en uit 33 ramen gegluurd. Maar er was geen water in de rivier. Lang zou de baas niet wegblijven want de schat op hun rug was te kostbaar. Donkerrode saffraandraadje moesten nog geplet worden in de stenen molen om de hoek. De kameel moest de zware steen laten draaien, maar wel zonder deze zak. En wie weet door welk gat van de 40 koepels de rovers zich zouden laten zakken, achter deze hoge poort? Kom baas, laat die waterpijp. Laat de koperslager, de wever, de kleurder, de tegelglazuurder, de zilversmid, de graveerder, de schoenlapper, de tapijthandelaar, en loop niet verloren in elk van hun gangen in deze 4 km lange wirwar van de bazaar.
Als Marc een historische thriller zou schrijven, dan zou dit de “Natureingang” kunnen zijn. Toen we met onze grijze tapijthandelaar de achterkanten van de bazaar verkenden, was het alsof we in de film “In de naam van de roos” stapten en terug de gilden uit de middeleeuwen aan het werk zagen.
Het was de 11e Eeuw, de tijd van Seljuk. Karavanen kwamen van ver, van de as van Noord naar Zuid en nu doorkruisten ze de moskee. Daar waar de rivier kruiste, waar de winters milder waren en de zomers koeler, daar lag de grote, omwalde stad met de grote moskee. 400 vierkante meter met 11 deuren en honderd ronde dikke, dunne, hoge, lage, allemaal verschillende zuilen om de hoge stenen koepels te schragen. Hier was de eerste universiteit en werden boeken gekopieerd en gebonden, hier werd recht gesproken, filosofie uitgeredeneerd, theologie ontsponnen, anatomie uitgebeend en aritmetica uitgekiend. Hier werd kalligrafie geschreven, niet in het zand maar in de blijvende steen, tot eer en glorie van Allah akhbar en Selzjuk, zijn heer. De koepels met de cirkel zijn de hemels. Het hoekige plein hier beneden is de aarde. En tussen de twee, in steen, staat het geschreven, hoe de heer wil dat de dienaren hem dienen. Dan is binnen de muren alles
OK, en loopt de weg naar de hemel. Als niet, dan zijn er een resem maatregelen waarvan belastingen nog het minst in het vlees snijden, letterlijk dan. En mocht je ’t niet goed begrepen hebben, dan helpen enkele attributen wel: de blauwe steen, op de aarde in het middelpunt van de cirkel is die van de gebedsbegeleider. Als hij stampt, dan weerklinkt zijn vermaning 7 keer. Buig uit respect, op en neer de preekstoel, in en uit de poort, de ene al wat meer dan de andere, ,want hypocrisie ondersteunt de nederigheid van de macht. De piepkleine, puntige poort is voor de nederige dienaar van de schoenlapper, de grote poort voor de heer op het paard. Die poort is omsierd met bloemen en poëzie, gekalligrafeerd in de mozaïeken tegels die glanzen in de zon.
Religie en oorlog: de vorm van de gewelven is die van de helm van de soldaten van de heer. Alles heeft zijn teken. Semiotiek moet hier geboren zijn. Gekoppeld aan naamgeving en aan de wetten van de natuur en van de sterkteleer. Isfahan is niet de naam van de stad in de 11e eeuw. Toen heette die Gaj jay. Sultan Abassi maakte er Sepahan van, troepen van de koning, en de mensen geloven dat het nesf- e jahan is, wat ‘half de wereld’ betekent. Ze maakten de naam klankrijker, naar Isfahan. De boulevards, de bruggen, de moskeeën, de paleizen, het keramiek, de potten, de architectuur, de groene parken, we zijn hier in het Parijs van Iran.
Oorlog en aardbevingen: ze hebben de oude moskee doen daveren in zijn unieke pracht maar de elliptische vorm van de koepel, gebouwd met verschillende soorten steen, heeft stand gehouden in al zijn kracht. Zelfs de plaasteren ornamenten hebben het gehouden om de oud-Perzische poëzie voor het nageslacht te kunnen bewaren. Hier, in de 11e E is kalligrafie in klei en plaaster. 400 jaar later, op de Hakim moskee is poëzie polychroom. Het mysterieuze blijft zich herhalen: als je in de hoek van de kamer tegen de muur fluistert, dan hoort je ontvanger je in de tegenovergelegen hoek, met zijn oor te luisteren tegen de muur. Eco in beeld. En door alle doorkijkramen in letters en bloemen en krullen en frullen uit steen en hout, kun je wel van binnen naar buiten kijken maar niet omgekeerd. Waarom loopt de Youssef zo snel om de hoek? Ze zullen eens gaan zien. Maatschappelijke controle alom.
Olga trekt haar lijnen ook geografisch. Er is veel dat zich ook in Rusland hertaalt. Ze legt me uit dat ook daar de mensen geloofden dat de situatie ging veranderen. Dusdoende was er eigenlijk geen protest tegen de staat zelf, maar tegen beperkingen van de creativiteit. Niemand geloofde dat Rusland uit mekaar zou vallen en ze illustreert het met een mop. Zoontje mol vraagt aan zijn moeder: wat is blauw en zacht? Ah, de hemel, mijn zoon. Wat is geel en warm? De zon. Wat is groen en fris? Het malse gras, mijn zoon. Waarom leven wij dan onder de grond? Omdat dat ons vaderland is!
In de Armenische wijk bezoeken we de orthodoxe basiliek en snoepen we van de miniaturen in de 11e eeuwse bijbels. We bemerken een resem edicten van sultan Abassi en opvolgers, uitgestald in de kijkkasten. Ze zijn prachtig. Versierd als de nieuwjaarsbrieven uit mijn kindertijd. Ze vaardigden de regels uit voor de b-handeling van de ingevoerde Armeniërs. Die mensen waren met 20.000 gedeporteerd uit Armenië in de 16e E en gebruikt om de dubbele brug over de rivier te bouwen. Ze moesten ook, met al hun negotiatievaardigheden, – interculturele competentie! – de lokale kooplui instrueren hoe handel te drijven met die rare snuiters van Italianen, Fransen, Duitsers en Nederlanders die ook de as kruisten. Er liggen hier blijkbaar 200 Nederlanders uit die tijd begraven. De Armeniërs hadden hun eigen wijk, handel en kerk. Nu zijn ze nog met 1000. Het regime is hen zogezegd gunstig. In de vitrine lezen we over de genocide in Turkije in 1915. 1.5 miljoen mensen afgemaakt. We zijn er stil van en hebben verstrooiing nodig. Het wordt een beryani. Azam Beryani, de grote lamshamburgertent. En of het lekker is. Uiteraard met dough.
s Avonds worden we uitgenodigd bij Ali, onze gids van de eerste dag in Isfahan. Hij woont met vrouw en dochter en babyzoontje in een mooi, ruim appartement. Hij vliegt in juni naar Europa om prospectie te doen voor Europese reizen voor groepen rijke Iraniërs die hij wil begeleiden. Hij scherpt zijn interculturele competenties bij. Hij vraagt me of zijn zoontje mij stoort… Niets daarvan! Ik ben maar wat fier dat het hummeltje op mijn schoot in alle rust is ingedommeld. Net voordien had hij zijn zus al opzij gekregen, omdat hij op de iPad wou spelen i.p.v. zij. Ik wou haar Engels wat motiveren met een spelletje GVR van Roald Dahl. Ook de tapijthandelaar was geboeid door mijn iPad. Hij vroeg om hem te ruilen voor een tapijt… My kingdom for a horse.
We hebben in Isfahan ons inkopen gedaan: tapijten, en gaz (nougat) en lapus lazuli en saffraan en magische doosjes en spiegels en sieraden. We houden ons in! We hebben met elkaar en met de vrienden van Leila thee kunnen drinken, eten en praten. Ze trakteerden ons op heerlijke chocoladetaart en op paradijselijke saffraanijs. We werden opgevorderd in de Zurkhane waar de voorzanger ons verwarmde met zijn woorden dat we allemaal als mens gelijk zijn en zijn gasten uit België heel welkom waren. We moesten op het eind mee op de foto met zijn atleten.
En nu komt het hoogtepunt van die verbroedering. We gaan naar Shiraz, waar Leila’s ouders wonen. Back on the road again.
Op naar Shiraz, de stad van de rozen, nachtegalen en dichters. En Jan voegt toe: en van de mooie vrouwen! Shiraz , donderdag 7 april De 3e toast is op de vrouwen.
Of: Love is in the air…
DONDERDAG 6 APRIL
De pluisjes van de paardenbloem
We verlaten Isfahan en laten onze gedachten meedwarrelen met de pluisjes van de paardenbloem. Zo’n beeld staat hier langs de rivier. Ha! Het kraantje werd opengedraaid. Fototijd! Bob laat zich met mooi gesluierde vrouwen fotograferen op de Ceopolbrug die nu wel een volle, brede rivier overbrugt. Jan laat zijn interesse doorschemeren maar zegt dat hij zoiets van Leila niet meer mag. Ha, filosofeert Bob, ban de dag dat je ’t wel mag, want dan ben jij af. Marc, Laurent en Dirk staan het onder de brug verder uit te leggen. En zo is de toon gezet voor zoete stad Shiraz, waar rozen bloeien, waar dichters mausolea krijgen als die van Khans en imams, waar mensen laveren naar het badhuis en waar Jan en Leila elkaar ontmoetten, nu 8 jaar geleden.
Onze gids declameerde uit de liefdespoëzie van Hafez van 1000 jaar geleden, Jan kuste zijn Leila onder de prunusboom, naast de Perzische kopjes (anemoontjes in bloei) en Laurent wist het alweer te versieren om het plaatje volledig te maken met een kersrode taart… Geleend!! Het was een opsteker voor Jan die de halve dag in het ziekenhuis doorgebracht had met zijn arm en die het verdict van operatie kreeg voor zijn thuiskomst volgende maandag. Niet aan denken, Jan, ook niet aan de tickets die we nog niet hebben, want we gaan nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet… eerst feesten we bij thuis van vrienden.
Het kleine dochtertje, het nichtje, de grote zus, de twee schoonzussen, de ma-ma, stuk voor stuk heel warme, mooie vrouwen hadden hun best gedaan hebben om ons feestelijk te ontvangen in dit mooie, strakke appartement, 2 hoog, met het tapijtje uit Isfahan al op de vloer, in de gang! De neef had 500 km op de nachtbus gezeten om familie weer te kunnen zien, de jongere broer en zijn kleine neefje hadden ons al de hele dag vergezeld en geholpen in goed Engels, de oudere broer werkte nog even in hun bedrijf, maar kwam dan ook, en de zacht gestemde, genereuze papa haalde zijn zelfgemaakte zoete wijn boven!
‘Ons gezelde’ zoals zo mooi in het Afrikaans wordt gezegd. Maar ‘ons toastte’ ook, op de beste Russische manier in dit internationale gezelschap, we toastten op de wijn en de wijnbouwer/gastheer en dan we aten soep, in de tweede ronde toastten we op de keuken en de gastvrouw en we smulden van de rijkelijk gedekte tafel, overheerlijk, de beste maaltijd die we in Iran al gegeten hadden, en in de derde ronde toastten we op de vrouwen, zoals het hoorde. Die moesten blijven zitten terwijl de mannen rechtstonden. Het dessert liet zich aankondigen. Met flair kondigde Laurent aan dat ook de vrouwen daarom een toast zouden uitbrengen en knipoogde naar Lut dat ze moest improviseren. Ik bedacht dat ik hier een schepje bovenop deze heerlijke gerechten en bovenal gemoedelijke sfeer moest doen en verraste hem en Bob door op de stoel te gaan staan en ons, vrouwen, boven de mannen te verheven… Never defy a woman! ‘Be happy, be sweet, be kind’ zei ik tot hen, ‘Be happy, be sweet, be kind’, richtte ik me tot de vrouwen en sloot af met: ‘and remember, as you can see, women always have the last say’. Grote hilariteit, muziek op, komaan let’s dance en iedereen stond op de dansvloer, mannen en vrouwen, familie en vrienden. Het was heerlijk, hartverwarmend!
Dankjewel, lieve mama en papa. Dat je karaffen nog veel wijn mogen schenken en je schaaltjes nog veel nootjes serveren!
En ik stuur dit gauw op naar Dirk en Lut, want de bus staat er over een half uurtje om naar die lang verborgen schat van Persepolis te gaan, back into time!
VRIJDAG EN ZATERDAG 8 EN 9 APRIL
Van Meden en Perzen
Waar zit kleine Alice in Wonderland? Waar zoekt Aladin haar met zijn lampje? In het paleis aan het andere eind van de vijver? We genieten van Naranjestan, het pareltje van de tuinen van Eden in Shiraz. Het werd gebouwd om gasten welkom te heten in geuren, letterlijk, en kleuren van lente. We schoorvoetten binnen in dit kleine paradijsje over een stenen vloer als een tapijt. We zien Aladin hier al hoog zweven langs de schilderingen in de luchten en we zien hem botsen tegen glazen plafonds van spiegels die de medaillons met idyllische taferelen van vogels en bloemen vermenigvuldigen.
Zo ontvingen de Qajars in de 19e eeuw hun buitenlandse gasten. Hier, om de militaire intriges te smeden, die hen zo moe maakten. Stem ze vrolijk die gas-ten, tover die lach, geef hen die sier, bedwelm hen met die doordringende geuren, spiegel hen in hun welbevinden and make the world a happier place. Dat is Shiraz, zo beleefden we de vriendschap van de familie van Leila thuis, bij de tante, in het koekjesfabriek, op de picknick in Persepolis en bovenal tijdens het feest voor de huwelijksverjaardag van Laurent en Olga in Haft Khan. Laurent laat zich geen neen dicteren; hij bad zijn Olga op zijn knieën om die ene dans op die op-zwiepende muziek. En de zaal juichte mee! Handen mogen bewegen. De rest niet. Maar Liefde overwint alles. Marc legde dat vast op de video in Persepolis voor de tombes van de Aegemoniden van de versmolten clans van Meden en Perzen.
Persepolis of Takht-e-Jamshid, is die magistrale plek waar de zon nooit ondergaat. De Zoroasters zetten hun zon en het vuur op kop en lieten zich schragen door hun leeuwen en stieren. Hoe kunstig zijn de 27 naties hier afgebeeld: vanuit alle hoeken van hun machtige rijk, Armenië, Afghanistan, Judea, Ionië, Egypte, ze kwamen de grote Darius en Xerxes overladen met geschenken en die wisten hoe hun volk te ontvangen in dit neergedaalde paleis van goden. Alexander de Grote wist ook waarom hij jaloers was en wat hij met zijn 3 000 kamelen moest roven aan goud en edele stenen.
Wij kwamen van Pasargarde waar de grondlegger van de mensenrechten ligt, Cyrus de Grote, die zo graag in zijn tuin spitte. Zijn credo van gelijkheid hangt nu nog in de ontvangsthal van de Verenigde Naties. In Khashayar ligt Xerxes, zoon van Darius. De vader ligt in Naghsh-e-Rostam, elk verweerd monument nog imposant dominerend over het vruchtbare land aan de voet van de berg. In grote scenes wordt heraldiek geëtaleerd. Met vlag en standaard, met de macht van God aangereikt aan de koning. Het waren vechtersbazen die zochten naar ethiek, naar verschoning van hun zucht naar macht en de bezoekende Grieken en Romeinen voorbeelden van prachte en praal in emblemen, beelden en architectuur toonden. Jammer dat de textielen ontbreken.
Aan de grens van de stad staan de wachttorens van deze dagen, hoewel de aartsvijand Irak nu ver vandaan ligt. Italianen hebben geholpen om de oude hammam van de verhalenvertellers in ere te herstellen. Hopelijk vallen er nu geen bommen meer en kan het garnizoen dichtbij de stad zijn gewone werk van oudsher doen: de bevolking snel controleren en beveiligen. Hier is dat ook zo voor de nabijgelegen industriezone. De grootste fabriek is treffend genoeg wel de Coca Colafabriek. Laurent heeft betere inspiratie als hij ‘gigots a babord’ ziet en als we de kudde schaapjes zelfs op de ringweg zien lopen. Leila, heb je een spit? De kameel die Claude spot is een beetje te groot. We rijden langsheen de palmbomen en vergeten de woestijn gecamoufleerde soldaten en de borstenfouillering in het spiegelmausoleum. We begrijpen maar al te goed het verstilde protest in de ogen van die vrouwen op de schilderijen van Elnaz, de nicht van Leila. Waarom werden wij, de vrouwen, echt betast op onze vrouwelijkheid toen we in die chador voor buitenlandse vrouwen door de vrouweningang moesten terwijl de mannen zonder enige controle of bedekking vrijelijk binnen en langsheen dat heiligdom konden wandelen? In al mijn naïviteit dacht ik eerst dat de controle uit veiligheid was. Ik antwoordde wel tot 3 keer toe aan die gids dat ik me niet comfortabel voelde en toen liet ze het af om me te verplichten die chador helemaal om me heen te wikkelen, en ik zag die zwart omhulde vrouwen hun miserie projecteren. En ik lachte weer op hen en zij op mij,- in the end only kindness matters, -maar mijn hoofddoek liet ik, eens aan de poort, bewust af. De controle durfde niets meer te zeggen. Ik wenste heel oprecht aan onze vrijwillige, ge-brainwashte gids, die toch wel liever single bleef, dat ze een ‘good teacher’ zou worden. Hoezeer verfoeien de meeste vrouwen die verplichte vodden. Als compensatie vieren de neuscorrecties en beauty saloons hier hoogtij. En in de koekjesfabriek van de pa van Leila brainstormen we allen hoe we kunnen helpen.
Het is een land van grote tegenstellingen. We zijn begonnen in het museum over Persepolis in Teheran en we eindigen ermee in Shiraz. Ik had me nooit kunnen indenken dat de mensen hier voor dat ‘Belzjiek’je, zoals ze dat zeggen, zo verontschuldigend zouden zijn. In dit mekka van overvloed heerst tekort, door wanbestuur en embargo. Hier sprach Zarathustra. 3 000 jaar geleden en nog vereren de mensen het woord. Poëten worden vereerd en achter hun verzen verscholen dicteren clerici de dagelijkse handel en wandel van de man in de straat. Hier dreunt de regel van het Koranvers de maat van vrijheid voor man en vrouw. Hier cultiveert elk zijn tuin, in navolging van de grote Cyrus want de mensen hebben uit hun geschiedenis geleerd dat ze komen en heersen, maar dat ze ook vergaan, die heersers. In the end only kindness matters. Om 02.30u vliegeren we terug naar huis, naar Brussel hopen we.